Personenvennootschap: beheersverbod commanditaire vennoot
(30 oktober 2015)
Inleiding
De Hoge Raad heeft zijn eerdere rechtspraak over het beheersverbod van de commanditaire vennoot genuanceerd. Waar de commandiet voorheen met een enkele daad van beheer al het risico liep van hoofdelijke aansprakelijkheid voor álle schulden van de vennootschap, is daarvoor nu meer nodig. Volgens het belangwekkende arrest van de Hoge Raad van 29 mei 2015, zal de commanditaire vennoot verwijtbaar hebben moeten handelen. Bovendien heeft de Hoge Raad aangegeven dat van belang kan zijn of een derde op de hoogte was of behoorde te zijn van de ‘vennootschappelijke hoedanigheid’ van de commandiet.
Kort over de CV
De commanditaire vennootschap (CV) is een bijzondere vorm van de vennootschap onder firma (VOF). De CV kent twee soorten vennoten: de beherend vennoot en de commanditaire vennoot (ook wel ‘commandiet’ of ‘stille vennoot’ of ‘vennoot bij wijze van geldschieting’). De beherend vennoot is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de vennootschap; in die zin is de rol van de beherend vennoot vergelijkbaar met die van de bestuurder van een BV. De commandiet fungeert als geldschieter, en hoort alleen achter de schermen te opereren. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de commanditaire vennoot daden van beheer verricht. Dat beheersverbod is wettelijk verankerd in artikel 20 Wetboek van Koophandel (WvK). Lid 2 daarvan bepaalt:
“Deze vennoot mag geene daad van beheer verrigten of in de zaken van de vennootschap werkzaam zijn, zelfs niet uit kracht eener volmagt.”
Aansprakelijkheid vennoten
Het uitgangspunt is dat beherend vennoten aansprakelijk zijn voor de schulden van de CV, en dat de aansprakelijkheid van de commanditaire vennoten beperkt is tot hun inbreng. Voor de commandiet verandert die situatie indien hij het beheersverbod overtreedt. De sanctie is hoofdelijke aansprakelijkheid, op grond van artikel 21 WvK:
“De vennoot bij wijze van geldschieting, die de bepalingen van het eerste of van het tweede lid van het vorige artikel overtreedt, is wegens alle de schulden en verbindtenissen van de vennootschap hoofdelijk verbonden.”
Tot een paar maanden geleden werd sec gekeken of sprake was van een daad van beheer, en – zo ja – de sanctie van hoofdelijke aansprakelijkheid opgelegd. Daarin is nu een belangrijke nuance gebracht door de Hoge Raad.
Lunchroom de Katterug
De zaak draaide om twee ouders die als commandiet betrokken waren bij de exploitatie van een lunchroom van hun zoon (de beherend vennoot). De ouders hebben, in hun hoedanigheid van commanditaire vennoot, tweemaal een overeenkomst medeondertekend: een huurovereenkomst en een huurbeëindigingsovereenkomst. Op enig moment wordt de lunchroom verkocht. Daarbij wordt onder meer afgesproken dat de CV zal zorgen voor afrekening van reeds opgebouwde vergoedingen aan personeelsleden. De koper van de lunchroom heeft vervolgens enkele vergoedingen aan een werknemer betaald die vóór de overdracht bij de CV werkzaam was, en heeft de commanditaire vennoten aangesproken tot betaling van het daarmee gemoeide bedrag. De koper stelde zich op het standpunt dat de commandieten hoofdelijk aansprakelijk zijn, omdat zij het beheersverbod zouden hebben overtreden door de hiervoor bedoelde overeenkomsten met de verhuurder te ondertekenen. De commandieten ontkenden niet dat zij hadden ondertekend, maar stelden dat voor de verhuurder duidelijk was dat zij geen beherend vennoten waren.
Zowel de rechtbank als het hof was ongevoelig voor het argument van de commandieten. Zij oordeelden dat de commanditaire vennoten handelingen hadden verricht die een schijn van vertegenwoordiging hadden kunnen oproepen, ongeacht of dit daadwerkelijk was gebeurd. Of voor de wederpartij bekend was dat zij handelden als commanditaire vennoot, en niet als beherend vennoot, achtten de rechtbank en het hof irrelevant. De commanditaire vennoten werden veroordeeld tot voldoening van de vordering.
Uitleg beheersverbod
Advocaat-Generaal L. Timmerman is het niet eens met de lezing van het hof. Hij meent dat het beheersverbod niet zo bedoeld is. Op basis van betoog van Timmerman, heeft de Procureur-Generaal verzocht om cassatie in het belang der wet. Onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis, de ratio van de bepaling en een rechtsvergelijking met de omringende landen, pleitte Timmerman voor een evenwichtiger verhouding tussen de misdaad en de straf. Bij onbetekenende handelingen van beheer, of wanneer de commanditaire status duidelijk is voor de derde, zou het onredelijk zijn als dit hoofdelijk aansprakelijkheid met zich mee zou brengen, aldus Timmerman.
De Hoge Raad heeft het betoog van Timmerman gevolgd. In het arrest van 29 mei 2015, heeft de Hoge Raad zijn eerdere jurisprudentie genuanceerd en bepaald dat de rechter de ruimte moet krijgen om niet alleen te beoordelen of hoofdelijke aansprakelijkheid gerechtvaardigd is, maar ook voor welke verbintenissen dit dan geldt. Daarmee worden de scherpe kantjes bijgeslepen van het beheersverbod en de daaraan verbonden sanctie van hoofdelijke aansprakelijkheid.
Betekenis voor de commanditaire vennoten
Het lijkt erop dat commandieten rustiger kunnen slapen. Met deze uitspraak doorbreekt de Hoge Raad de automatische koppeling tussen beheersdaden en hoofdelijke aansprakelijkheid. Of een commanditaire vennoot in de toekomst zal kunnen ontkomen aan de sanctie van hoofdelijke aansprakelijkheid, door bijvoorbeeld de wederpartij in te lichten bij een potentiële daad van beheer, zal nog moeten blijken. De commandiet die geen enkel risico op hoofdelijke aansprakelijkheid wil lopen, doet er daarom nog steeds verstandig aan zich ver van enige bemoeienis met de bedrijfsvoering te houden.
(Bronnen: HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1413; Conclusie Advocaat-Generaal L. Timmerman 30 januari 2015, ECLI:NL:PHR:2015:46; Hof Den Bosch 6 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1276; Rb Zeeland-West-Brabant 30 januari 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ0238; JOR 2015/192; CB 2015-93, “Cassatie in het belang der wet: overtreding beheersverbod 20 WvK leidt niet zonder meer tot hoofdelijke aansprakelijkheid commanditaire vennoot”)
[…] Bronnen: HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1413; Conclusie Advocaat-Generaal L. Timmerman van 30 januari 2015, ECLI:NL:PHR:2015:46.; advocaat‑ondernemingsrecht.nl, “Personenvennootschap: beheersverbod commanditaire vennoot”. […]