Internationale commerciële contracten: geschilbeslechting

Bij het opmaken van standaarddocumentatie en het onderhandelen van internationale commerciële contracten wordt door Nederlandse ondernemers vaak de bevoegdheid van de Nederlandse rechter vooropgesteld. Zeker wanneer Nederlands recht van toepassing is, lijkt dit een logische keuze. Maar, dat is in internationaal verband lang niet altijd het geval. Nederland heeft namelijk niet met alle landen afspraken gemaakt over de erkenning -en het tenuitvoerleggen- van de vonnissen van elkaars rechters. Zo’n executieverdrag bestaat bijvoorbeeld niet met Brazilië, China, India, Rusland (de BRIC landen), Turkije en de Verenigde Staten.

Wat betekent het wanneer er geen executieverdrag bestaat met het land waar je contractspartij is gevestigd?

In dat geval heb je, flauw gezegd, niets aan het vonnis van de Nederlandse rechter, tenzij je contractspartij vrijwillig aan het vonnis voldoet. Het vonnis zal in het vestigingsland van de contractspartij namelijk niet worden erkend, en daardoor niet ten uitvoer kunnen worden gelegd. Het maakt daarbij geen verschil of de buitenlandse contractspartij in de Nederlandse procedure verschenen en verweer heeft gevoerd.

Is er dan een alternatief?

Ja, in veel gevallen kan arbitrage uitkomst bieden. Nederland is partij bij het zogenoemde Verdrag van New York. Dit verdrag ziet op de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken. Ook de eerder genoemde, voor Nederland belangrijke, handelsnaties –de BRIC landen, Turkije en de Verenigde Staten- zijn partij bij dit verdrag.