Herijking van het faillissementsrecht, deel II: Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod
(6 juni 2013)
De Nederlandse economie lijdt veel schade door faillissementsfraude. Uit cijfers van het CBS blijkt dat die schade in het jaar 2010 circa €800 miljoen bedroeg. De aanpak van faillissementsfraude wordt steeds urgenter, mede gelet op het hoge aantal faillissementen dat in deze crisistijd wordt uitgesproken; in de eerste drie maanden van 2013, ging het om een recordaantal van circa 2.200.
In het licht van het voorgaande heeft de minister van Veiligheid & Justitie maatregelen aangekondigd. Over de beoogde herijking van het faillissementsrecht is al eerder op deze website bericht. In het kader van die herijking, is recent een wetsontwerp gepubliceerd dat zou moeten bijdragen aan bestrijding van faillissementsfraude: het wetsontwerp ‘Wet Civielrechtelijk Bestuursverbod’. Op grond van dit wetsontwerp zou het mogelijk worden om een bestuursverbod op te leggen aan een bestuurder die zijn taak (kennelijk) onbehoorlijk heeft vervuld. Vereist is dat het onbehoorlijk bestuur zich in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement heeft voorgedaan. Een dergelijk bestuursverbod zou op verzoek van het openbaar ministerie of een curator kunnen worden uitgesproken door de rechtbank, voor een termijn van maximaal vijf jaar.
Een bestuursverbod houdt in dat de veroordeelde gedurende deze periode geen functie als bestuurder of commissaris van een rechtspersoon kan bekleden. Het wetsvoorstel voorziet ook in een openbaar register waarin personen worden opgenomen waaraan een bestuursverbod is opgelegd.
Op grond van het wetsvoorstel zou bijvoorbeeld een bestuursverbod kunnen worden opgelegd aan een bestuurder die in drie jaar tijd driemaal betrokken is geweest bij een faillissement. Het bestuursverbod zal niet worden opgelegd indien de bestuurder aantoont dat het onbehoorlijk vervullen van de bestuurstaak niet aan hem te wijten is en hij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen.
Op dit moment bevindt het wetsvoorstel zich in de consultatiefase, wat zoveel inhoudt dat diverse instanties de mogelijkheid krijgen om op de regeling te reageren. Het is dus onzeker of het wetsvoorstel in zijn huidige vorm wordt ingevoerd. Wat wel zeker lijkt, is dat het een en ander zal gaan veranderen op het gebied van bestrijding van faillissementsfraude.
(Bronnen: Overheid.nl; Rechtenniews.nl; Antwoordvoorbedrijven.nl)
[…] Bronnen: Ondernemersplein, ‘Invoering civielrechtelijk bestuursverbod’; TK Kamerstukken 34011/6, ‘Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een civielrechtelijk bestuursverbod (Wet civielrechtelijk bestuursverbod)’; Memorie van Toelichting civielrechtelijk bestuursverbod; Nieuwsbericht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 3 september 2014, “Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod naar Tweede Kamer”; Overheid.nl, internetconsultatie: Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod; advocaat-ondernemingsrecht.nl, 6 juni 2013, “Herijking van het faillissementsrecht, deel II: Wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod” […]